Als projectontwikkelaar, eigenaar of gebruiker van een gebouw kunt u te maken krijgen met een omgevingsvergunning of een melding brandveilig gebruik. Natuurlijk bent u gebaat bij een voorspoedige afhandeling. Het is immers de start van het bouwproces of het voldoen aan de meldplicht van een brandveilig gebouw.
Maar wanneer is nu wat van toepassing en waar moet een aanvraag of melding aan voldoen?
Voor het bouwen van een gebouw heeft u een omgevingsvergunning met de activiteit bouwen nodig en voor het gebruik van een gebouw, afhankelijk van het gebruik, een omgevingsvergunning Brandveilig Gebruik of een melding brandveilig gebruik.
Als Brandpreventie MIB verzorgen wij de benodigde gegevens voor de aanvraag en eventueel de aanvraag zelf waarbij wij het proces tot afronding blijven monitoren.
Dit alles om het proces zo soepel mogelijk te laten verlopen. Het is immers de start van een brandveilig gebouw en gebruik.
Bij een omgevingsvergunning moet aan de overheid aannemelijk worden gemaakt dat wordt voldaan aan de betreffende voorschriften. Door een uitgewerkt brandbeveiligingsplan (BBP), voorzien van benodigde onderbouwingen, wordt de brandveiligheid in uw gebouw inzichtelijk gemaakt. Op deze wijze krijgt de overheid een helder en duidelijk beeld van het aanwezige brandveiligheidsniveau.
Voor het brandveilig gebruik toont u aan dat het gebruik voldoet aan de voorschriften. De overheid heeft hierin geen verantwoordelijkheid maar kan wel handhavend optreden. Als gebruiker zult u dus zelf actie moeten ondernemen richting de overheid.
Brandbeveiligingsplan
Het brandveiligheidsniveau van het gebouw leggen wij vast in een Brandbeveiligingsplan (BBP). In het Brandbeveiligingsplan wordt ingegaan op de totale brandveiligheidsvoorzieningen. Hierin zal, indien gewenst, onderscheid gemaakt worden tussen wet- en regelgeving (noodzaak) en wensen van u als gebruiker en/of verzekeringsmaatschappij. Het document is dusdanig van opzet dat deze bij de aanvraag omgevingsvergunning kan worden ingediend om de vergunningverlening te versoepelen. Ook specifieke onderdelen zoals brandoverslag-, vuurlast- en ontruimingsberekeningen kunnen onderdeel uitmaken van een omgevingsvergunning.
Brandoverslag
Een uitslaande brand mag zich niet uitbreiden naar andere brandcompartimenten op hetzelfde of naastgelegen perceel. Deze “kans op brandoverslag” kan men berekenen. Met verschillende software (conform NEN 6068) wordt berekend of er al dan niet brandoverslag plaats vindt. Naar aanleiding van de berekening wordt bepaald of er kostbaar brandwerend glas kan worden voorkomen.
Vuurlastberekening
Gebouwen moeten afhankelijk van de gebruiksfunctie worden opgedeeld in brandcompartimenten van 1.000 of 2.500 m2 (nieuwbouw). Een opdeling van het gebouw, bijvoorbeeld industriehallen, in meerdere brandcompartimenten is echter niet altijd wenselijk. Middels de bepaling van de aanwezige vuurbelasting is het mogelijk om gelijkwaardigheid aan te tonen. Hierbij wordt een berekening gemaakt van brandbare goederen in het gebouw. Op grond van die berekening kan de maximale toegestane grootte van een brandcompartiment worden bepaald.
Ontruimingsberekeningen
Bij gebouwen bestemt voor veel personen moet bij de omgevingsvergunning worden aangetoond dat de aanwezige personen tijdig het gebouw kunnen verlaten. Dit wordt aangetoond middels een ontruimingsberekening. In de berekening wordt de vluchtroutes, trappenhuizen, aantal personen en deuren ingevoerd. Hieruit volgt de ontruimingstijd van een verdieping en het gebouw.
